Thee maakt deel uit van een eeuwenoude Chinese traditie. Shen Nung, een van de grondleggers van de Oosterse geneeskunde, ontdekte thee toevallig rond 2737 voor Christus. Technisch gezien is thee altijd afkomstig van de bladeren van de Camellia sinensis. Thee die geen extracten van deze plant bevat, kan dan ook niet als echte thee worden beschouwd. Het land van herkomst, het klimaat, het plukseizoen en de manier van plukken beïnvloeden de smaak van de thee. De manier waarop de thee uiteindelijk wordt verwerkt, bepaalt de theesoort. Thee is dorstlessend en rijk aan onder andere B-vitaminen, vitamine C, mineralen en polyfenolen. Polyfenolen zijn verantwoordelijk voor het licht wrange, samentrekkende effect in de mond. De grootste groep binnen deze polyfenolische componenten zijn de cathechinen waarvan 9 tot 13 % EGCG (epigallocathechinegallaat). Polyfenolen blijken krachtige antioxidanten te zijn en kunnen op een gunstige manier uw gezondheid beïnvloeden.
. Groene thee
. Zwarte thee
. Witte thee
. Oolong thee